vrijdag 27 februari 2015

Deel 8 Het Hiernamaals, de Grote Tekenen, de Dadjaal



Bron: http://ummibraheem.wordpress.com/2008/05/18/major-signs-of-doj-ad-dajjaal-p1/
De Grote Tekenen van de Dag des Oordeels
Er zijn 10 grote tekenen van de Dag des Oordeels. De kleine tekenen doen zich voor over een periode van eeuwen; het eerste teken was de komst van RasoelAllah SAWS.
De grote tekenen gebeuren erg dicht bij de Dag des Oordeels zelf. Als één van die tekenen gebeurt, zal de rest al heel snel volgen.
Tussen de kleine tekenen kunnen tientallen jaren liggen.
RasoelAllah SAWS zei, “De grote tekenen zijn als de parels van een ketting. Als de ketting breekt, zullen ze allemaal vallen.[Ahmad] Als je een kralenketting hebt en je knipt de ketting door, zullen alle kralen vallen.
Welke tekenen zijn deze 10 tekenen? Deze hadieth staat in Muslim. Deze tekenen staan niet in chronologische volgorde.
Hoedhaifa ibn Oesaid Ghifari vermeldde: Allah’s Boodschapper SAWS kwam plotseling naar ons toe terwijl we druk aan het praten waren. Hij zei: “Waar zitten jullie over te discussiëren?” Zij (de Metgezellen) zeiden, “We praten over het Laatste Uur.” Daarop antwoordde hij: “Dat zal niet komen tot jullie vantevoren 10 tekenen zien, en (in dat verband) noemde hij de rook, Dadjaal, het beest, de zonsopkomst uit het Westen, de neerdaling van Jezus de zoon van Maria (AS), Gog en Magog, landverschuivingen (aardbevingen of landverschuivingen) op drie plaatsen, één in het oosten, één in het westen en één in Arabië, en aan het eind daarvan zal een brand die vanuit Jemen zal branden de mensen naar hun verzamelplaats drijven. [het land van mahsjar].” [Muslim 41, 6931]
Er is een hadieth die zegt dat het eerste teken de zonsopkomst vanuit het westen is. Toch zeggen de geleerden dat de Dadjaal het eerste teken is. Hoe kunnen ze dat zeggen als er een hadieth bestaat? Ze zeggen dat er tekenen van de Dag des Oordeels zijn die verband houden met veranderingen in het universum, en het eerste teken ervan is de zonsopkomst vanuit het westen. Het opkomen van de zon vanuit het westen is een kosmologische verandering. De andere tekenen: ad-Dadjaal, de rook, het beest, zijn dingen die op aarde zullen gebeuren.
Ad-Dadjaal
Taalkundige betekenis
We zullen het eerst hebben over de betekenis van ad-Dadjaal. Zijn naam is al-Masieh ad-Dadjaal. Het is een naam die uit twee woorden is gevormd: Al-Masieh en Ad-Dadjaal.
Een van de geleerden zegt dat het woord al-Masieh 50 betekenissen heeft. Het is een woord met een brede betekenis.
·         Een van de betekenissen van al-Masieh is iets dat weggeveegd is. Ad-Dadjaal wordt al-Masieh genoemd omdat één van zijn ogen is weggeveegd – er zit geen oog.
·          Masieh kan ook betekenen iemand die over de hele wereld reist. RasoelAllah SAWS zei dat ad-Dadjaal over de wereld zal reizen binnen 40 dagen.
·          Interessant genoeg kan het woord Al-Masieh twee tegenovergestelde betekenissen hebben: as-Siddieq (de waarheidsgetrouwe) en Al-Kadhaab (de leugenaar). Zo is de Arabische taal – het heeft woorden die twee tegenovergestelde betekenissen kunnen hebben. Zo heeft ook het woord Adam twee betekenissen – een ervan is de oorspronkelijke en de andere die later kwam. De orspronkelijke betekenis is donker, en de andere betekenis is iets dat licht (van kleur) is. Adam kan worden gebruikt om iemand te beschrijven die een donkere huid heeft, en het kan ook worden gebruikt om iemand te beschrijven die een lichte huid heeft. Wanneer het wordt gebruikt om Adam ‘alayhis salaam te beschrijven, is het gebruikt om een donkerhuidige persoon te beschrijven. Wanneer het wordt gebruikt om ‘Iesa te beschrijven, betekent het lichtgekleurde huid. Dus Al-Masieh betekent waarheidsgetrouw en leugenaar. Allah subhaana wa ta’aala heeft twee Masiehs geschapen – de ene is Al-Masieh Ad-Dadjaal en de ander is Al-Masieh ‘Iesa ibn Maryam. ‘Iesa ibn Maryam is de waarheidsgetrouwe messias en de Dadjaal is de leugenachtige messias.
·         Al-Masieh betekent de gezalfde (en dat kan slaan op ‘Iesa ibn Maryam ‘alayhis salaam).
Nu zullen we kijken naar het woord Ad-Dadjaal.
·         Er zijn een aantal woorden in het Arabisch die iets lichamelijks beschreven, en dan begonnen ze andere bijbetekenissen te geven. Dadjalal Baliegh betekent de kleur van het kameel verven met qataraan. Qataraan is een verfstof; zwarte verf. Om bepaalde redenen hadden sommige Arabieren de gewoonte het kameel met die kleur te verven. Allahoe ‘Alam waarom – misschien om het ergens van te genezen of zo. De kameel was dan gekleurd; en dus verborg het iets – de eigen kleur. En die betekenis is van toepassing op de dadjaal omdat hij de waarheid niet vertelt. Hij bedekt die als het ware.
·          Wanneer je het woord als dadjalal hadiet gebruikt bijvoorbeeld, dan betekent dat iets met een laagje goud. Als je iets met een laagje goud bedekt, wordt dat dadjal genoemd. Van die horloges die zijn gegalvaniseerd bijvoorbeeld. Een goedkoop iets bijvoorbeeld bedekken met een laagje goud, dat noemt men dadjal. Het lijkt dus van goud – het ziet er prachtig uit aan de buitenkant – maar van binnen stelt het niets voor. Dat is ad-dadjaal. Hij laat je iets zien, maar in werkelijkheid is hij slecht. Hij beweert dat hij God is. Hij beweert dat hij vrede op aarde brengt, maar hij is kwaadaardig. Het is een ongelovige.
·         Het betekent ook misleiding, liegen, bedrieger, etc. al deze dingen zijn van toepassing op de dadjaal.
De lichamelijke beschrijving
Verteld door ibn ‘Omar radiyallahoe ‘anhoe: Allah’s Boodschapper stond eens tussen de mensen, en hij verheerlijkte en prees Allah zoals Hij dat verdient, en daarna noemde hij de Dadjaal door te zeggen, “lk waarschuw jullie tegen hem (tegen de Dadjaal) en er is geen enkele profeet die zijn volk niet tegen hem waarschuwde. Ongetwijfeld heeft Noach zijn volk tegen hem gewaarschuwd, maar ik zal jullie iets over hem vertellen wat geen profeet voor mij aan zijn volk heeft verteld. Jullie moeten weten dat hij eenogig is, en Allah is niet eenogig.” [Bukhari, 4/55/553]
Rasoel Allah SAWS zei dat er geen fitna is, van de schepping van Adam tot de Dag des Oordeels, erger dan de beproeving van de Dadjaal.
Overgeleverd door ‘Oebadah ibn As-Samit: De Profeet SAWS zei: “Ik heb jullie zoveel over de Dadjaal (Antichrist) verteld, dat ik bang ben dat jullie het misschien niet begrijpen. De Antichrist is kort van stuk, heeft kippentenen, wollig haar, is eenogig, een oog waarmee hij niet kan zien, en en het is niet uitstekend noch diep ingeworteld. Als jullie verward zijn over hem, weet dan dat jullie Heer niet eenogig is.” [Aboe Dawoed, B.37, #4306]
Waarom zei RasoelAllah SAWS dat Allah niet eenogig is? Omdat de Dadjaal uiteindelijk zal beweren dat hij God is. RasoelAllah SAWS zegt dat hij jullie God niet is. Dit is een heel belangrijke beschrijving van de Dadjaal  - dat hij eenogig is.
In een hadieth van Bukhaari, zegt RasoelAllah SAWS dat alle profeten hun volk tegen de eenogige leugenaar hebben gewaarschuwd. Hij is eenogig en jullie Heer is niet eenogig. En tussen zijn ogen staat geschreven ‘kaafir.’
In een andere hadieth in Muslim, zegt RasoelAllah SAWS dat ‘kaafir’ tussen zijn ogen is geschreven en dat geletterden en ongeletterden het kunnen lezen. Het gaat de grenzen van taal en geletterdheid dus te buiten. Als iemand een mo’min (gelovige) is, zal hij in staat zijn het teken te herkennen, dat deze man een ongelovige is.
Nu zullen we praten over een hadieth in Muslim. Het zijn niet de woorden van RasoelAllah SAWS, maar hij gaf er zijn goedkeuring over. Tamim ad-Daari, een Sahaabi van RasoelAllah SAWS, zag ad-Dadjaal. Hij zei dat hij nooit een man had gezien die groter/breeder was dan hem. Ad-dadjaal is heel groot.
Hou in je achterhoofd dat in een andere hadieth van Aboe Dawoed, werd gezegd dat ad-Dadjaal kort van stuk was. Dit kan problematisch zijn als we over zijn beschrijving lezen, het wordt nogal verwarrend. De hadieth van RasoelAllah SAWS volstaan voor ons wanneer hij verschijnt.  We kunnen ons misschien niet een exacte voorstelling van hoe hij nu is maken, maar wanneer hij tevoorschijn komt, zullen we het begrijpen. Als we naar deze ahaadieth kijken, lijken ze tegenstrijdig, maar dat zijn ze niet; ze beschrijven verschillende dingen over ad-Dadjaal.
Aboe Sa’ied vermeldde: Ik vergezelde Ibn Sayyad naar Mekka en hij zei tegen me: “Wat ik heb vernomen van de mensen is dat zij denken dat ik de Dadjaal ben. Hebben jullie niet gehoord dat Allah’s Boodschapper SAWS zei: ‘Hij zal geen kinderen hebben?’” Ik zei: “Ja natuurlijk.” Daarop zei hij: “Maar ik heb kinderen. Heb je niet gehoord dat Allah’s Boodschapper SAWS zei: ‘Hij zal Mekka en Medina niet binnenkomen?’” Ik zei: “Ja, natuurlijk.” Daarop zei hij, “Ik ben eens in Medina geweest en nu ben ik van plan naar Mekka te gaan. ” En aan het eind van het gesprek zei hij tegen me: “Bij Allah: Ik weet zijn geboorteplaats, zijn woonplaats waar hij nu is.” Hij (Aboe Sa’ied) zei: “Dit veroorzaakte verwarring in mijn hoofd (wat zijn identiteit betreft).” [Muslim, B.41, #6994] Dit is een andere beschrijving van ad-Dadjaal – hij zal geen kinderen hebben.
 Ad-Dadjaal: Levend?
Laten we een vraag stellen: Is ad-Dadjaal nu levend? Was hij in leven in de tijd van RasoelAllah SAWS; leeft hij nu? Het antwoord is ja. Hij leeft. Waar is hij precies? Hier gaan we nu over praten.
De rest van CD8 – grotendeels – gaat over een man genaamd Ibn Sayyaad en of hij echt ad-Dadjaal was. Sommige Metgezellen zwoeren bij Allah dat hij het was. RasoelAllah SAWS zelf heeft nooit duidelijk gezegd of Ibn Sayyaad de Dadjaal was of niet. 

[Ik vond dat deze volgende hadieth erg relevant was over de Dadjaal, dus heb ik die toegevoegd.] Deze hadieth is lang. Fatima bint Qais zei, [....] Ik hoorde de stem van een aankondiger de aankondiging maken dat het gebed aanstaande was in de moskee waar het gezamenlijke gebed werd verricht).
Dus ging ik richting de moskee en verrichtte het gebed samen met Allah’s Boodschapper SAWS en ik was in de rij van de vrouwen dicht bij de rij van de mannen. Toen Allah’s Boodschapper SAWS klaar was met zijn gebed, zat hij glimlachend op de preekstoel en zei: “Alle aanbidders moeten op hun plaats blijven zitten.” Daarna zei hij: “Weten jullie waarom ik jullie heb laten verzamelen?” Ze zeiden: “Allah en Zijn Boodschapper weten het het beste.”
Hij zei: “Bij Allah. Ik heb jullie niet samen laten komen om jullie te berispen of te waarschuwen, maar ik heb jullie hier laten blijven, want Tamim Dari, een christen die kwam en de islam aanvaardde, vertelde me iets wat overeenkomt met wat ik jullie vertelde over de Dadjaal. Hij vertelde me dat hij op een schip had gezeild samen met dertig mannen van Bani Lakhm en Bani Djoedham en gedurende een maand lang waren ze door de golven op zee heen en weer geslingerd. Daarna droegen deze golven hen naar een land in de zee (een eiland) op het moment van de zonsondergang. Ze zaten in een kleine zijboot en gingen het eiland op. Daar troffen ze een beest aan met lang, dik haar, en hierdoor konden ze niet onderscheiden wat de voor- en achterkant ervan was. Ze zeiden: Wee jij, wat ben jij voor iets? Daarop zei het: Ik ben al-Djassasa. Ze zeiden: Wat is al-Djassasa? En het zei: O mensen! Ga naar deze persoon in het klooster want hij is er zeer op gebrand nieuws over jullie te horen. Hij (de verteller) zei: Toen het een persoon aan ons noemde waren we bang of het misschien een duivel zou zijn. Toen haastten we ons verder tot we bij dat klooster arriveerden en we daar een flink gebouwd persoon aantroffen wiens handen aan zijn nek waren vastgebonden en hij had ijzeren boeien tussen zijn benen tot aan de enkels. We zeiden: Wee jij, wie ben jij? En hij zei: Jullie zullen spoedig over mij te weten komen. Maar vertel me wie jullie zijn. We zeiden: We zijn mensen uit Arabië en we gingen aan boord van een schip maar de golven hebben ons een maand lang voortgestuwd en ons bij dit eiland gebracht. We gingen met de zijboten naar dit eiland en hier ontmoetten we een beest met zo overdadig veel haar, door de dikte van zijn haar kon je zijn gezicht niet van zijn rug onderscheiden. We zeiden: Wee jij, wie ben jij? Het zei: Ik ben al- Djassasa. We zeiden: Wat is al-Djassasa? En het zei: Ga naar deze persoon in het klooster want hij wacht met verlangen om over jullie te horen. Dus kwamen wij zo snel mogelijk want we waren bang dat het de duivel zou kunnen zijn.
Hij (de geketende persoon) zei: Vertel me over de dadelpalmbomen van Baisan. We zeiden: Wat voor informatie wil je hierover weten? Hij zei: Ik vraag jullie of deze bomen vruchten dragen of niet. We zeiden: Ja. Daarop zei hij: Ik denk dat ze geen vruchten zullen dragen. Hij zei: Geef me informative over het Meer van Tabariyya [een meer in Palestina; Tiberias] we zeiden: Wat wil je hierover weten? Hij zei: Is er water in? Ze zeiden: Er is een overvloed aan water in. Daarop zei hij: Ik denk dat het spoedig droog zal zijn. Hij zei daarna: Geef me informatie over de bron van Zoeghar. Ze zeiden: Wat wil je hierover weten? Hij (de geketende persoon) zei: Is er water in en begieten ze er het land mee? We zeiden tegen hem: Ja, er is een overvloed aan water en de inwoners (van Medina) irrigeren er het land mee, Hij zei: Informeer me over de ongeletterde Profeet; wat heeft hij gedaan? We zeiden: Hij kwam uit Mekka en heeft zich in Yathrib (Medina) gevestigd. Hij zei: Vechten de Arabieren tegen hem? We zeiden: Ja. Hij zei: Hoe ging hij met hen om? We vertelden hem dat hij degenen in de buurt had overwonnen en dat ze zich aan hem hadden overgegeven. Daarop zei hij tegen ons: Is dat echt gebeurd? We zeiden: Ja. Daarop zei hij: Als dat zo is dan is het beter voor hen dat ze hem gehoorzamen. Ik zal jullie over mezelf vertellen, en ik ben Dadjaal en spoedig wordt mij toegestaan te vertrekken en ik zal gaan en door het land reizen, en ik zal geen enkele stad sparen waar ik geen 40 nachten zal blijven behalve Mekka en Medina, want deze twee plaatsen zijn voor mij verboden, en ik zal geen poging doen om één van deze twee binnen te gaan. Een engel met een zwaard in zijn hand zal me tegemoet treden en me de weg sperren, en er zullen engelen zijn die elke ingang ernaar toe bewaken.” Toen sloeg Allah’s Boodschapper SAWS tegen de preekstoel met het uiteinde van zijn stok en zei: “Dit gaat over Taiba m.a.w. Medina. Heb ik jullie niet een dergelijk verhaal (van de Dadjaal) verteld?” De mensen zeiden: “Ja” en ik hield van dit verhaal verteld door Tamim Dari omdat het het verhaal wat ik jullie vertelde bevestigt wat hem betreft (Dadjaal) in Medina en Mekka. Pas op, hij (Dadjaal) is in de Syrische zee (Middellandse zee) of de zee van Jemen (Rode Zee of de Arabische Zee). Nee, integendeel, hij is in het oosten, hij is in het oosten, hij is in het oosten,” en hij wees met zijn hand naar het oosten. Ik (Fatima bint Qais) zei: Ik bewaarde het in mijn hoofd (dit verhaal van Allah’s Boodschapper (SAWS). [Muslim, B.41, #7028] Waar precies is het oosten van Medina? Alleen Allah weet het.
We leren hieruit dat de dadjaal leeft. Hij zal in 40 dagen over de wereld reizen. Hij zal de hele wereld onderwerpen met uitzondering van Mekka, Medina en Jeruzalem.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten